18-02-2009

Arbeidsongeschikt, wat nu?

Twee kwesties geleden werd er stilgestaan bij de financiële zorg voor nabestaanden. In deze Kwestie besteden wij aandacht aan een ander financieel risico: de inkomensterugval bij arbeidsongeschiktheid.

De sociale wetgeving
Indien u ziek wordt of door een andere medische aandoening niet meer (volledig) kunt werken, kunt u na twee jaar in aanmerking komen voor een uitkering. Deze uitkering is geregeld in de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De hoogte van deze uitkering wordt bepaald aan de hand van de mate van arbeidsongeschiktheid waarbij wordt uitgegaan van zogenaamde gangbare arbeid: er wordt niet gekeken naar wat u gezien uw beperkingen niet meer kunt, maar juist naar welke werkzaamheden u nog wel kunt verrichten. Bijvoorbeeld een sportinstructeur die door een rugaandoening zijn beroep niet kan uitvoeren wordt niet volledig arbeidsongeschikt bevonden. Aan de hand van medische specificaties wordt bepaald welke beroepen er nog wel uitgeoefend kunnen worden en welk inkomen dus nog verdiend kan worden. Dit inkomen wordt de restcapaciteit genoemd. Met een cijfermatig voorbeeld kan de werking van de WIA het best in beeld worden gebracht.

Het financiële risico: de inkomensterugval bij arbeidsongeschiktheid
Een bouwvakker met een bruto jaarinkomen van € 30.000 kan gezien een medisch aantoonbare rugaandoening zijn beroep niet meer uitoefenen. Gedurende de eerste twee ziektejaren waarin de werkgever de plicht heeft het loon tot een bepaald minimum door te betalen, zijn alle vereiste inspanningen verricht om toch weer aan het arbeidsproces deel te kunnen nemen maar dit is niet gelukt. UVW stelt vast dat de uitkeringsgerechtigde met zijn beperkingen met een ander beroep € 15.000 moet kunnen verdienen. Hij wordt dus voor 50% arbeidsongeschikt verklaard. Hij vindt na een tijdje een baan als parttime ziekenvervoerder en verdient € 10.500 per jaar. Hij benut dus 70% van zijn restcapaciteit. Gedurende het eerste jaar heeft de werkgever hem zijn volledige loon doorbetaald en het tweede jaar 70%. Nu komt hij in aanmerking voor een loongerelateerde uitkering van € 13.650. Zijn totale inkomen bedraagt daarom € 24.150 (80,5%). Vervolgens komt hij in een loonaanvullingsuitkering. Deze uitkering bedraagt € 10.500. Zijn totale inkomen bedraagt dus € 21.000 (is 70% van zijn oorspronkelijke inkomen). U zou uzelf eens moeten afvragen of u nu in staat bent om 30% van uw salaris te missen!

Dezelfde bouwvakker weet nu slechts 40% van zijn restcapaciteit te benutten omdat hij bijvoorbeeld geen geschikte beschikbare baan heeft kunnen vinden. Zijn inkomen uit werk bedraagt dus € 6.000. Omdat hij minder dan 50% van zijn restcapaciteit benut komt hij na de loongerelateerde uitkering in de vervolguitkering. Deze uitkering bedraagt € 6.153 en zijn totale inkomen derhalve € 12.153, zijnde 40,50% van zijn oorspronkelijke inkomen!

IVA uitkering
Indien het UWV heeft vastgesteld dat deze werknemer volledig (meer dan 80% inkomensverlies) en duurzaam arbeidsongeschiktheid is dan ontvangt hij een uitkering conform de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschiktheid (IVA). De hoogte van deze uitkering bedraagt 75% van het oorspronkelijke loon. Op deze uitkering wordt 70% van de eventuele bijverdiensten in mindering gebracht.

Bent u overgeleverd aan de wetgeving?
Er zijn verschillende manieren om u aanvullend te verzekeren tegen de inkomensterugval bij arbeidsongeschiktheid. Veel werkgevers bieden hun werknemers de mogelijkheid deel te nemen aan een collectieve verzekering voor het WIA-gat. Deze verzekering verzekert een inkomen die de WIA uitkering aanvult tot 70% van het oorspronkelijke loon. Dit is weliswaar de voordeligste wijze van verzekeren maar noodzaakt u toch om te overwegen of deze aanvulling voldoende is. Indien er geen voorziening via de werkgever wordt aangeboden dan is het natuurlijk helemaal aan te bevelen de financiële risico’s in kaart te laten brengen.

De oplossing kan een zogenaamde woonlastenverzekering zijn. Dit is een arbeidsongeschiktheidsverzekering die een vooraf afgesproken aanvullend inkomen uitkeert die u in staat stelt uw hypotheek- of huurlast door te betalen. Er zijn verscheidene aanbieders op de markt met allemaal hun eigen voorwaarden, (medische) uitsluitingen en maximale duur van de dekking. Heel belangrijk bij uw keuze voor een dergelijke woonlastenverzekering is de wijze van het bepalen van arbeidsongeschiktheid. Dit kan op basis van gangbare arbeid (dit is de wijze zoals die bij de WIA wordt toegepast), passende arbeid of beroepsarbeidsongeschiktheid. De mate van arbeidsongeschiktheid op basis van passende arbeid is mede afhankelijk van welk inkomen gezien uw opleiding en ervaring passend is. Bij deze bepaling wordt u dus sneller (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt verklaart. Dit heeft een positief gevolg voor uw uitkering. De beste dekking geeft de beroepsarbeidsongeschiktheidsverzekering. Bij deze dekking wordt bepaald in welke mate uw klachten het uitoefenen van uw beroep belet. Uiteraard bepaalt de dekking voor een groot deel de premie van de verzekering.

Conclusie
Heel veel mensen overzien niet wat de financiële gevolgen van arbeidsongeschiktheid zijn. De wetgeving voorziet slechts in een beperkt deel van de inkomensterugval. Het onafhankelijk financieel intermediair kan u verschillende scenario’s voorrekenen en een geschikte oplossing voor u bieden waarbij meerdere aanbieders met elkaar vergeleken kunnen worden. 

Nemassdeboer maakt gebruik van functionele, analytische en tracking cookies. Instellingen