29-03-2010

Beleggen in een nieuwe economische wereld, deel 3

Een goed advies begint bij een goede opleiding

De niet eerder voorgekomen gelijktijdige daling in 2008 van alle ‘gewone’ beleggingssoorten, zoals aandelen en obligaties hebben grote gevolgen voor het denken over vermogensontwikkeling en vermogensadvisering. Na de sterk gedaalde spaarrente zullen steeds meer mensen (moeten) gaan nadenken over hoe ze hun financiële doelen willen bereiken. En daarbij zal een vorm van beleggen voor de meeste mensen noodzakelijk blijken. Via een aantal afleveringen over ‘beleggen in een nieuwe economische wereld’ gaan we in onze rubriek in op de belangrijkste ontwikkelingen en proberen we antwoord te geven op de vraag hoe hiermee als consument om te gaan. In november verscheen het eerste deel, waarin we in zijn gegaan op het gedrag en het (on)geluk van de gemiddelde particuliere belegger. In januari verscheen deel 2 over ondermeer de woekerpolisaffaire en andere belangrijke gebeurtenissen in Nederland in de afgelopen jaren. Vandaag staan we stil bij de wetgeving en de vereiste kennis en ervaring van de financieel adviseur in het beleggingsproces.

Aandacht consument voor financiële producten beperkt
Over het algemeen besteedt de consument te weinig aandacht aan het kopen van een financieel product en verdiept hij zich niet of nauwelijks in de kenmerken van de verschillende producten die in de financiële markt worden aangeboden. Dit terwijl hij vaak jaren aan het aangeschafte product vast zit. Veel financiële producten, zoals een hypotheek, beleggingsverzekering of beleggingsrekening zijn mede daarom als ’complex’ beoordeeld door de Autoriteit Financiële Markten (AFM), die toezicht houdt op de financiële markten. Voor complexe producten geldt via de Wet op het Financiële Toezicht (WFT) de eis dat dergelijke producten alleen mogen worden verkocht na een passend advies. Voor een goed en passend advies is ruime kennis en ervaring vereist van de financieel adviseur.

Wetgeving rondom het beleggingsproces verscherpt
Na de woekerpolisaffaire en beleggingsfraudes (teakplantages, Madoff) is de wetgeving rondom beleggingsadvisering in de afgelopen jaren verscherpt. Dat geldt ook voor financieel adviseurs die zich ook bezig willen houden met beleggingsadvisering. Vanuit de hierboven gememoreerde WFT mogen adviseurs die slechts een beperkte aanvullende opleiding op het gebied van beleggen hebben gedaan (zgn. beleggen A) zich alleen maar ‘bemoeien’ met beleggingsproducten die onderdeel uitmaken van een verzekering, zoals hypotheekaflosverzekeringen en lijfrente- of spaarverzekeringen met een beleggingselement. Wanneer de adviseur ook wil adviseren over losse beleggingsrekeningen dan gelden aanvullende eisen. Deze eisen zijn een gevolg van de MIFID, Europese wetgeving die is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van beleggingsadvisering in heel Europa.

Aanmelding Nationaal Regime vereiste voor beleggingsadviseurs
Voor de specifieke situatie heeft de Nederlandse Overheid het Nationaal Regime ontwikkeld. Alleen adviseurs die zich hebben aangemeld voor dit Nationaal Regime (NR) is het toegestaan om ook gewone beleggingsrekeningen te verkopen en daarbij te adviseren over aan te kopen beleggingen. Van de circa 12.000 financiële adviseurs in Nederland heeft slechts de helft zich voor het Nationaal Regime aangemeld. Vanuit het Nationaal Regime mogen de aangesloten adviseurs zich alleen maar bezig houden met de verkoop van beursgenoteerde beleggingsfondsen. Het is hen verboden zich ook te begeven op het gebied van beleggingsadvies over ‘losse’ aandelen (Koninklijke Olie, Ahold, Philips e.d.) obligaties of bijvoorbeeld opties. De verwachting is nu dat slechts circa 500 van de 6.000 bij het NR aangesloten adviseurs zich uiteindelijk met actieve beleggingsadvisering bezig willen houden.

Executional only producten voeren boventoon
Alle overige adviseurs beperken zich tot de verkoop van ‘executional only’ producten. Hierbij worden alle wettelijke vereisten door de aanbieder van de beleggingsproducten (bank, verzekeraar, vermogensbeheerder) ingevuld en is de rol van de adviseur slechts die van bemiddelaar tussen klant en aanbieder. De betreffende adviseur mag dan geen advies geven over de aan te kopen fondsen en kan de cliënt ook gedurende de looptijd van het beleggingsproduct dus eigenlijk niet actief begeleiden. De AFM en brancheorganisaties riepen de aanbieders van beleggingsproducten bij de introductie van het NR op om meer producten aan te bieden op basis van het NR principe, waarbij de adviseur dus een actievere rol is toebedeeld. Helaas voelen aanbieders zich hier niet echt toe geroepen.

DSI registratie bevestigt kennis en integriteit adviseur
Ondermeer in mijn rol als voorzitter van de landelijke vereniging van SNS Regio Bank adviseurs heb ik, Nico Karhof en schrijver van dit artikel, in de afgelopen jaren vele gesprekken over dit onderwerp gevoerd. Uit deze gesprekken met vertegenwoordigers van banken, verzekeraars en vermogensbeheerders, maar ook de AFM is mij duidelijk geworden dat een belangrijke reden voor het niet ontwikkelen van NR producten wordt ingegeven door het feit dat de beleggingskennis bij de gemiddelde financieel adviseur tekort schiet en men bang is voor de aansprakelijkheid die daardoor kan ontstaan. De eisen vanuit de WFT zijn simpelweg onvoldoende voor een goede ondersteuning van de cliënten tijdens het beleggingsproces. Reden waarom vele partijen ervoor hebben geijverd om de hier voor full time beleggingsadviseurs al lange tijd bestaande kwaliteitseisen via het Dutch Securities Institute (DSI) uit te breiden naar certificeringsmogelijkheden voor all round financiële adviseurs. Inmiddels bestaat deze mogelijkheid en worden langzamerhand ook meer DSI opleidingen bezocht door adviseurs die de klant en de kwaliteit van het advies centraal stellen. Wanneer u dus overtuigd wilt zijn van de kwaliteit van uw adviseur op beleggingsgebied vraag dan naar zijn opleidingen dienaangaande en bijvoorbeeld deze DSI registratie.

Nemassdeboer maakt gebruik van functionele, analytische en tracking cookies. Instellingen