06-04-2011

Beleggen in een nieuwe economische wereld, deel 8

Beleggen wordt goedkoper, of toch niet ?
Nu de beurzen na een kortstondige dip als gevolg van de gebeurtenissen in Libië en Japan weer stijgen en de lage rente op spaargeld de inflatie en de belasting niet meer compenseren, komt beleggen steeds vaker in beeld als het enige alternatief voor vermogensopbouw voor ondermeer de aflossing van de hypotheek of aanvulling op het pensioen. In 2010 hebben wij via een serie artikelen onder de naam ‘beleggen in een veranderde economische wereld’ ondermeer veel aandacht besteed aan de hoge kosten van beleggen via de huisfondsen van banken en andere beleggingsinstellingen. In de afgelopen weken is de discussie hierover opnieuw opgelaaid omdat nu ook de financiële toezichthouder AFM en Minister van Financiën De Jager een einde willen maken aan de hoge zgn. kick back vergoedingen die betaald worden voor de verkoop van fondsen, waardoor die fondsen vaak heel duur zijn. Reden genoeg om onze serie over beleggen te vervolgen en wat dieper in te gaan op de achtergronden bij deze discussie.

Verborgen kosten
Fondsenhuizen betalen een kickback vergoeding omdat ze willen dat een bank of vermogensbeheerder hun fondsen aanbiedt. Voor een bank of vermogensbeheerder is het dus verleidelijk de klant het best betalende product te adviseren, in plaats van wat het beste is voor de klant. Die provisies leveren de grootbanken nu jaarlijks vele honderden miljoenen op. ING en ABNAMRO willen vooralsnog geen commentaar geven op de voorzet die minister Jan Kees de Jager heeft gegeven op het afschaffen van deze retourprovisie van beleggingsfondsen aan de banken. De grote Nederlandse banken hebben nog geen idee hoe ze de inkomstendaling als gevolg van het verbod op fondsenprovisies moeten compenseren, aldus een artikel in het Financieele Dagblad op 23 maart 2011.
Waar het advies voor klanten nu verkapt in rekening wordt gebracht via distributievergoedingen, ziet de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) als één van de alternatieven dat die kosten rechtstreeks aan de klant in rekening worden gebracht. Maar dit zal op verzet stuiten van klanten is hun verwachting. Klanten zien die verstopte kosten nu immers niet. Eigenlijk is dit verbazingwekkend. In een wereld waar alles steeds meer gaat om transparantie is het juist goed dat klanten zien wat het kost en moet je er niet bang voor zijn om een klant daarvoor een factuur te sturen. Of zijn de banken soms bang dat de klanten er achter gaan komen dat ze maar bitter weinig doen voor al die miljoenen?

Griekse letters
“Zonder kickback is actief beleggen goedkoper” zegt Ivar Roeleven van ING Investment Management. “Het verschil met fondsen die simpelweg een index volgen, in plaats van het beter proberen te doen, de zgn. trackers wordt daardoor kleiner”. Allemaal waar, maar het blijft om de vraag draaien van de oude Grieken; Alpha en Bèta. Bèta is een maatstaf voor de koersgevoeligheid van een fonds voor bewegingen in de markt. De bèta is een erg nuttige term, die bij beleggen nauwelijks weg te denken is. Want beleggen heeft alles te maken met het inschatten en beperken van risico’s. Alpha wordt gebruikt om aan te geven in hoeverre de fondsmanager door zijn aan en verkopen daadwerkelijk rendement toevoegt aan de portefeuille.

Bèta
Even in Jip en Janneke taal. Bèta is beleggen gelijk aan een index waarmee het fonds zich vergelijkt. Hoe lager de Bèta hoe lager het risico. Een index, zoals de AEX index van de beurs in Amsterdam of de Dow Jones in Amerika, heeft per definitie een Bèta 1. Als bijvoorbeeld de Bèta van een beleggingsfonds 1,5 is, zal bij een indexverandering van 1% de koers van het betrokken aandeel met 1,5% in koers veranderen. Een lage Bèta geeft dus minder risico, maar ook minder potentieel bij een stijging van de index. Alpha is het extra rendement dat de fondsmanager voor u weet te behalen. Er zit veel meer in deze Griekse letters, maar zo is dit een beetje te begrijpen.

Onderscheiden van de rest.
Als een beheerder zich wil onderscheiden is het dus zaak Alpha te genereren. Kijken we bijvoorbeeld naar het aloude ING Dutch fund dan heeft dat een Bèta lager dan 1 en een Alpha van rond de 0. Het oude ABNAMRO AEX Index Fund, nu BNP Paribas AEX Index Fund geheten heeft ook een Bèta lager dan 1 en zelfs een licht negatieve Alpha. Dit soort fondsen voegen dus niets toe aan extra rendement, in vergelijking met hun benchmark de AEX Index en kosten zelfs rendement. In dit geval kunt u dus beter een AEX tracker kopen die veel goedkoper is.

Voor Alpha mag je best betalen
Als belegger zou u zich moeten afvragen “Waarom zou ik een fondsmanager nemen die weinig Alpha toevoegt en soms zelfs kost?. “ Dat betekent dat ook banken zich dus moeten inzetten op het toevoegen van waarde aan uw beleggingsportefeuille. En laten we eerlijk zijn, als belegger wilt u best betalen als de rendementen maar goed zijn. Die resultaten zijn de laatste jaren diep bedroevend geweest bij ABNAMRO, ING, Van Lanschot, Robeco, etc. Veelal deden de kleine beheerders, die dichter bij hun klanten staan en een onderscheidende propositie hebben, het aanzienlijk beter. Meneer Roeleven heeft het nu in iedere geval goed begrepen “De nadruk komt te liggen op goede prestaties”. Wij vragen ons echter af waar de nadruk dan voor die tijd op heeft gelegen? Bij vermogensbeheer had de nadruk toch altijd al op goede prestaties moeten liggen!

Het beheren van vermogens is een ambacht en daar mag best voor worden betaald. Niet teveel maar zeker niet ongezien.

U kunt alle artikelen over ‘beleggen in een nieuwe economische wereld’ terug vinden op onze site www.nemassdeboer.nl .

Nemassdeboer maakt gebruik van functionele, analytische en tracking cookies. Instellingen