02-04-2006

De WAO is verleden tijd!

De WAO is verleden tijd!

Wat veel mensen vandaag de dag niet weten is dat het kabinet per 1 januari 2006 ingrijpende veranderingen in de wetgeving heeft doorgevoerd. De Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) heeft vanaf 1 januari 2006 de WAO vervangen. Deze nieuwe wet is volgens het kabinet nodig om de groei van het aantal arbeidsongeschikten tegen te gaan. Het kabinet heeft de WAO letterlijk de nek omgedraaid.
De meeste mensen maken zich hierover in eerste instantie geen zorgen, tot u er echt mee te maken krijgt. In dat geval kan deze wet behoorlijk zwaar op de maag vallen. 

Als u door ziekte of handicap niet meer kunt werken, betaalt uw werkgever uw loon twee jaar lang door. Daarna beoordeelt het U.W.V. of u in aanmerking komt voor een uitkering op basis van de Wet WIA (werk en inkomen naar arbeidsvermogen). De WIA is bedoeld voor werknemers.
In het geval u minder dan 35 procent arbeidsongeschikt bent valt u buiten de regeling en moet aan het werk blijven. U komt pas in aanmerking voor een uitkering wanneer u voor meer dan 35 procent arbeidsongeschikt bent verklaard. De WIA kent twee soorten regelingen:
Volledig en duurzaam arbeidsongeschikten krijgen te maken met de regeling Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten = I.V.A.
Gedeeltelijk arbeidsgeschikten vallen onder de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten = W.G.A.

Voor wie geldt de IVA?
U komt in aanmerking voor een IVA-uitkering als u volledig én duurzaam arbeidsongeschikt bent. Volledig betekent dat u 80-100% arbeidsongeschikt bent. En duurzaam wil zeggen dat er geen of een zeer geringe kans is op herstel.
De IVA-uitkering is vergelijkbaar met een volledige WAO-uitkering en bedraagt 70% van het laatstverdiende loon (of van het maximum dagloon). Dit is het loon dat u verdiende in het jaar voorafgaand aan de dag dat u zich bij uw werkgever ziek meldde. De IVA-uitkering duurt tot aan uw 65ste verjaardag, tenzij uw gezondheidssituatie verbetert. Als u een geringe kans op herstel heeft, wordt u de eerste vijf jaar jaarlijks herbeoordeeld. Als u niet langer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bent, stroomt u door naar de regeling voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten. (WGA)

Voor wie geldt de WGA?
lndien u meer dan 35% arbeidsongeschikt bent, maar niet volledig én duurzaam, valt u onder de WGA-regeling.
De WGA kent drie soorten uitkeringen: de loongerelateerde uitkering, de loonaanvulling en de vervolguitkering. Het idee achter de WGA is dat het altijd financieel aantrekkelijk moet zijn om te werken. Mensen met een WGA-uitkering die werken, hebben een hoger inkomen dan mensen die niet werken.
Om in aanmerking te komen voor een loongerelateerde WGA-uitkering moet u voldoen aan de '26 uit 39 weken'-eis. Dat wil zeggen: u hebt in de 39 weken voorafgaand aan uw eerste ziektedag tenminste 26 weken gewerkt. De duur van de loongerelateerde uitkering is afhankelijk van uw arbeidsverleden, minimaal een half jaar en maximaal vijf jaar.
De hoogte van de uitkering is voor wie niet werkt 70% van uw laatstverdiende loon (of van het maximumdagloon). Wie wel werkt, krijgt bovenop zijn huidige loon een uitkering van 70% van het verschil tussen het oude loon (waarvoor een maximum geldt) en het huidige loon.
Als u niet voldoet aan de '26 uit 39 weken-eis' of als uw loongerelateerde WGA-uitkering stopt, komt u in aanmerking voor loonaanvulling of een WGA-vervolguitkering. Wanneer u volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt bent, komt u altijd in aanmerking voor de loonaanvulling. Bij gedeeltelijk arbeidsongeschikten wordt gekeken naar uw verdiensten. Wanneer u tenminste 50% verdient van wat u in theorie nog kunt verdienen, krijgt u een loonaanvulling. Bovenop uw loon ontvangt u dan 70% van het verschil tussen uw oude loon en wat u in theorie nog kunt verdienen.
Wanneer u niet werkt, of met werk minder dan de helft verdient van wat u in theorie nog kunt verdienen, krijgt u een vervolguitkering. De vervolguitkering is een percentage van het minimumloon. De hoogte van dat percentage hangt af van uw arbeidsongeschiktheidklasse.
Naast de vervolguitkering ontvangt u eventueel loon, maar minder dan 50% van wat u in theorie nog kunt verdienen. Verdient u meer dan dat bedrag dan komt u in aanmerking voor de loonaanvulling.

Conclusie
Het zal u misschien ook zijn opgevallen dat de overheid toewerkt naar een minimale basisvoorziening. Private verzekeringsoplossingen worden daarom voor de consument steeds belangrijker. Ook zullen er fundamentele keuzes gemaakt moeten worden om de (hoog)nodige risico’s te verzekeren. Een stukje maatwerk én een gedegen kennis van de adviseur is dus essentieel.

Nemassdeboer maakt gebruik van functionele, analytische en tracking cookies. Instellingen