15-06-2011

Eindelijk, een pensioenakkoord!

Wie de afgelopen weken het binnenlandse nieuws ook maar een klein beetje heeft gevolgd via krant, radio, tv, internet, facebook of twitter kan het eigenlijk niet zijn ontgaan: de regering en de bonden van werkgevers en werknemers hebben na ruim 2 jaar onderhandeling een pensioenakkoord gesloten. Inmiddels beginnen ook de reacties van diverse groeperingen los te komen. Het is duidelijk dat niet iedereen onverdeeld gelukkig is met de gemaakte afspraken. De grootste vakbond van het land de FNV gaat haar 1,4 miljoen leden de gelegenheid geven om over de afspraken te stemmen. Hoewel er nog verschillende losse eindjes zijn, is duidelijk dat de toon voor de komende tientallen jaren wel is gezet. Wij staan in deze kwestie daarom stil bij de belangrijkste afspraken, zodat u kunt bepalen of u al binnenkort of pas over enige jaren actie moet ondernemen om voldoende financiële middelen voor de eigen ‘oude dag’ te hebben.

Geen garanties meer
Misschien wel de belangrijkste wijziging ten opzichte van de meeste pensioenregelingen van dit moment is wel het feit dat deelnemers geen enkele garantie meer krijgen over de hoogte van hun aanvullende pensioen, dat via de werkgever wordt opgebouwd. Hier tegenover staat dat de kans op compensatie van inflatie (algemene prijsstijgingen) groter wordt omdat pensioenfondsen in het nieuwe contract geen grote buffers meer hoeven aan te houden.

AOW leeftijd omhoog
Het zat er al aan te komen en het is nu zeker. De AOW-leeftijd wordt definitief gekoppeld aan de levensverwachting. Dat betekent dat de AOW-leeftijd omhoog zal gaan. Volgens het nu gesloten contract zal de leeftijd voor AOW in 2020 voor het eerst worden verhoogd naar 66 jaar. Iedereen van 56 en jonger krijgt daar dus mee te maken en moet minimaal 1 jaar langer wachten op de AOW-uitkering. Daarmee is het leed echter nog niet geleden, want na 2020 wordt elke 5 jaar opnieuw bepaald of de pensioenleeftijd omhoog moet. Vermoedelijk wordt in 2015 besloten dat de AOW-leeftijd in 2025 omhoog gaat naar 67 jaar. Daar krijgt dus iedereen mee te maken van 51 jaar en jonger. In 2035 of 2040 stijgt de AOW-leeftijd waarschijnlijk verder naar 68. Mensen kunnen kiezen om eerder te stoppen. Hun uitkering gaat dan wel omlaag met 6,5% per jaar. Als mensen willen doorwerken na hun AOW-leeftijd, stijgt hun uitkering met 6,5% per jaar.

AOW extra omhoog met 0,6%
De bruto AOW-uitkering wordt vanaf 2013 jaarlijks met 0,6% verhoogd. Dit loopt in 2028 af. De verhoging komt boven op de compensatie die mensen krijgen vanwege de inflatie. Dit lijkt mooier dan het in werkelijkheid is, want de fiscale voordelen voor ouderen (de zgn. ouderenkorting) worden wel deels afgeschaft om verhoging van de AOW te kunnen betalen. De netto AOW-uitkering zal daarom veel minder stijgen.

Meebewegen met de beurs
De pensioenen gaan meebewegen met de beurzen. De meevallers en tegenvallers worden direct verwerkt in de pensioenrechten. De tekorten en overschotten worden wel uitgesmeerd over een periode van maximaal tien jaar. Dit betekent het einde van zowel bijstortverplichtingen als premiekortingen voor bedrijven.

Risicoprofiel
Veel pensioenfondsen zijn als gevolg van de dalende beurskoersen door de kredietcrisis in de problemen gekomen. Er is daarna ook veel discussie ontstaan over de risico’s die pensioenfondsen hadden genomen met het geld van hun deelnemers. In het nu gesloten contract is afgesproken dat pensioenfondsen zelf mogen bepalen in welke mate zij risico willen lopen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen deelnemers zelf meer mogen bepalen of zij meer of minder risico willen lopen met hun pensioengeld. Meer risico vergroot normaal gesproken de kans op een hoger rendement op de lange termijn, waarmee een betere compensatie voor inflatie/geldontwaarding kan worden geboden. Minder risico levert normaal gesproken een lager rendement op de lange termijn op, waardoor ook de uitkering lager wordt.

Lagere inkomens ontzien
Met een fiscale compensatie van netto 300 euro per jaar, bij een inkomen lager dan 18.000 euro, worden lagere inkomens ontzien. Daardoor kunnen mensen in 2020 met een laag pensioen toch stoppen op hun 65e, zonder er al te veel op achteruit te gaan. De inkomensvoorziening voor oudere werklozen die op het punt stond om afgeschaft te worden, blijft nog in stand tot 2020.

En nu?
Hoewel de definitieve invoering nog moet wachten op ondermeer de raadpleging van de FNV leden en er nog verschillende zaken niet geheel zijn uitgewerkt, is duidelijk dat iedereen te maken krijgt met het nieuwe pensioenakkoord. Voor de na-oorlogse baby boomers lijkt de ‘schade’ nog mee te vallen, maar voor alle veertigers en daaronder zullen de nieuwe afspraken grote invloed krijgen op de persoonlijke financiële planning voor de lange termijn. Zij zullen moeten beoordelen of en zo ja welke aanpassingen voor hun eigen financiële oude dag gewenst zijn.

Nemassdeboer maakt gebruik van functionele, analytische en tracking cookies. Instellingen