Kinderen en geld

Kinderen en geld leveren wel eens spanningen op want die ander krijgt altijd méér aldus het kind. Voor het kind zelf is er geen probleem. Die ziet de ouders en zichzelf in weelde opgroeien en om zich heen is het ook een en al welvaart. Je moet maar bedenken dat elk gezond kind nou eenmaal altijd bij zijn ouders zal proberen te krijgen wat andere kinderen ook hebben. Ouders vragen zich ook vaak af hoe die andere ouders dat nou doen. De beste manier is dan even bellen om te kijken of het echt zo is en vaak blijkt dit niet zo te zijn.

De wet van de jungle
Je rijdt zondagmiddag of ’s avonds laat over de snelweg en je verbaast jezelf erover hoe druk het is. Waar gaan al die mensen naar toe? Dat vragen de anderen zich natuurlijk ook van jou af. Het blijft een vraag zonder antwoord. Vroeger deden ouders van alles om hun kind iets te geven en tegenwoordig moet je alle trucs uit de kast halen om je kinderen te beperken. Daartegenover proberen kinderen zoveel mogelijk te krijgen lijkt het wel. Het is een keiharde strijd.

De andere kinderen
Als ouder wil je gewoon graag dat je kind kan meedoen met de groep, maar wat als die wel erg veel krijgen? De druk van de reclame is ook erg groot op ouders en kinderen. Kinderen worden ook steeds meer rechtstreeks aangesproken als consument. De reclame heeft hen gevonden. Ook hangt de status van het kind van de spullen of het soort mobiel dat het heeft. Als de computer ermee stopt moet er eigenlijk meteen een nieuwe komen. Een kwart van de achtjarigen heeft al een eigen computer op de kamer. Twee kinderen kosten gemiddeld 28 procent van het inkomen en drie kinderen ongeveer 35 procent. Centraal blijft dat je het kind moet proberen te leren en hoe om te gaan met geld. Sterker nog, het moet ook leren sparen en vooruit te kijken. Het ene kind is hier beter in dan het andere. Vanaf ongeveer 7 jaar kan een kind al geleerd worden om met zakgeld om te gaan. Je kunt bijvoorbeeld het sparen bevorderen door wat meer zakgeld te geven en af te spreken dat je het geld wat het kind op de bank zet verdubbeld. Een kind dat geleerd wordt om goed met geld om kan gaan zal hier levenslang plezier van hebben. Dit blijkt al wanneer je het huis uitgaat en op zichzelf gaat wonen. Bij het kopen van een huis is het eigen geld dan belangrijk.

De rekeningenfase
Bij een hypotheekadvies bijvoorbeeld kijken we verder dan de neus van de klant lang is want het is niet lastig te bepalen of de hypotheek nu te betalen is. Dit is direct te berekenen en hier gelden ook regels voor die vanuit geldverstrekkers worden gehanteerd. Lastiger is om verderop te durven kijken als er bijvoorbeeld kinderen zijn. Bij jonge kinderen zijn de kosten redelijk te overzien en de grootste kostenpost is eigenlijk de zwemles. Anders wordt het als de dames en heren de ‘mobieltjesfase’ bereiken danwel naar de middelbare school gaan.
Het geldt uiteraard niet voor iedereen, maar het lijkt alsof de kosten dan exploderen. Merkkleding, sportclub, muziekclub, verjaardagen en ga zo maar door. De meeste mensen realiseren zich vooraf niet dat dit grote uitgaven zijn vooral als het kind daarna wil gaan studeren.

Samenloop
Vaak is er een samenloop met het feit dat kinderen ineens meer gaan kosten en er komen kosten van het huis en alles wat hierin. Als je bijvoorbeeld 25 jaar bent en je gaat uit huis dan heb je vaak nieuwe spullen, inboedel, keuken, badkamer en ga zo maar door. Deze dingen hebben een bepaalde levensduur en moeten op zeker moment worden vervangen. Vaak vallen deze grote uitgaven samen met het tijdstip dat kinderen ineens veel meer gaan kosten. Stel dat er na vijf jaar kinderen komen dan zijn alle dingen ongeveer 15 jaar oud als de kinderen veel meer gaan kosten. Die zaken moeten worden vervangen denk maar aan een keuken, c.v.-ketel, t.v., inboedel en daarna bijvoorbeeld de w.c. en de badkamer. Vaak willen kinderen ook meer ruimte en dat betekent een aanbouw en/of een dakkapel.
Je kunt dit enigszins voorkomen door gewoon wat extra proberen te sparen en dat te bewaren voor deze ‘rekeningenfase’. Als je het toch niet nodig blijkt te hebben, koop er dan wat moois van. Niet alle kinderen gaan tenslotte naar de universiteit en dat is maar goed ook.