27-02-2013

Spaargeld telt vanaf 2013 voor de eigen bijdrage aan zorg (deel 1)

In de afgelopen weken is er veel onrust ontstaan als gevolg van een nieuwe berekeningswijze voor de eigen bijdrage voor zorg. Aangezien wij bemerken dat hierover veel onduidelijkheid bestaat nemen wij in onze rubriek, de feiten met u door. In deze kwestie behandelen wij de eigen bijdragen voor zorg buiten de eigen woonomgeving. 

Zorg met Verblijf
Als u bent opgenomen in een zorginstelling zoals een verzorgingstehuis, verpleeginrichting of een instelling voor gehandicapten, dan moet u voor deze zorg een eigen bijdrage betalen.  Deze vorm van zorg heet “Zorg met Verblijf”. De eigen bijdrage is afhankelijk van uw inkomen en vermogen, uw huishouden en uw zorgindicatie.

Hoge of lage eigen bijdrage
Er zijn 2 soorten eigen bijdragen: een lage en een hoge eigen bijdrage. Een lage eigen  bijdrage geldt voor mensen die ook de kosten voor een huishouden buiten de instelling moeten betalen. Bijvoorbeeld omdat uw verblijf tijdelijk is, omdat u voor uw kinderen moet zorgen, of een thuiswonende partner heeft. Als uw situatie hier niet onder valt, dan betaalt u een hoge eigen bijdrage. 

Berekening eigen bijdrage
De eigen bijdrage wordt door het CAK berekend op basis van de gegevens die u 2 jaar geleden heeft opgegeven aan de belastingdienst. Als er sindsdien veel is gewijzigd, dan kunt u om een aanpassing van uw eigen  bijdrage vragen.

Er zijn voor de inkomstenbelasting 3 soorten inkomsten waarover belasting wordt berekend. Deze zijn ondergebracht in 3 zgn.  ‘boxen’.

• box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning;
• box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang;
• box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen.

Voor de berekening van de eigen bijdrage wordt uitgegaan van het zgn.  verzamelinkomen, dat is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten in de 3 boxen. De meeste mensen hebben alleen te maken met box 1 en box 3. Box 2 geldt alleen voor mensen die aandelen hebben in één of meerdere BV’s.

Vermogen telt mee bij de berekening van uw eigen bijdrage.
Door een wijziging van de wet telt vanaf 2013 een groter deel van uw box 3 vermogen mee bij de berekening van uw eigen bijdrage.  

Als u vermogen heeft in box 3, dan telt 8% van deze “grondslag sparen en beleggen” mee bij de berekening van uw bijdrage. De grondslag sparen en beleggen is het deel van het vermogen boven het heffingvrije vermogen. Het heffingvrije vermogen is het (deel van uw) vermogen waarover u geen inkomstenbelasting hoeft te betalen (2013:  € 21.139 per persoon). Voor ouderen geldt echter in een aantal gevallen een hoger heffingvrij vermogen.

Onder het vermogen in box 3 vallen de volgende zaken:

• bank- en spaartegoeden (ook contant geld) in Nederland;
• aandelen, obligaties, winstbewijzen en opties die niet in box 2 horen;
• 2e woning (bv. vakantiewoning);
• overige onroerende zaken, bijvoorbeeld een woning die u verhuurt;
• rechten op periodieke uitkeringen

Hoger heffingvrij vermogen voor ouderen (ouderentoeslag)
Het heffingvrije vermogen kan onder voorwaarden worden verhoogd met de ouderentoeslag. Om in aanmerking te komen voor de ouderentoeslag moet u aan de volgende voorwaarden voldoen:

- Op 31 december 2012 65 jaar of ouder zijn.
-  Uw grondslag sparen en beleggen is niet hoger dan € 279.708. Voor fiscale partners is dat bedrag  € 559.416.

De hoogte van de Ouderentoeslag is afhankelijk van het inkomen uit werk en woning vóór toepassing van de zgn. persoonsgebonden aftrek:

Inkomen hoger dan: Inkomen lager dan: Hoogte Ouderentoeslag: - 14.302 euro 27.897 euro 14.302 euro 19.895 euro 13.992 euro 19.895 euro - n.v.t.
De toeslag komt bovenop het algemene heffingsvrije vermogen van 21.139 euro voor alleenstaanden of 42.278 euro voor gehuwden of samenwonenden.

Samenstelling huishouden
Verder is de eigen bijdrage afhankelijk van het huishouden. Woont één van beiden thuis terwijl de ander is opgenomen? Dan betaalt u altijd een lage eigen bijdrage. U betaalt namelijk ook de kosten van uw huishouden. Bent u allebei opgenomen in een instelling, dan betaalt u samen de eigen bijdrage voor Zorg met Verblijf. U betaalt allebei een deel van de bijdrage ‘naar rato’ van uw inkomen en vermogen. Dit betekent dat de persoon met het hoogste inkomen dus het grootste deel van de bijdrage betaalt.  Tenslotte is de eigen bijdrage afhankelijk van de zorgindicatie die u heeft. De indicatie bepaalt hoeveel en welke zorg u ontvangt.

Financiële planning geeft inzicht, rust en besparingen
Door de nieuwe regels zullen veel mensen een veel hogere eigen bijdrage moeten betalen, wanneer ze in de toekomst zorg nodig hebben. Het is goed hier bij de planning van uw financiële toekomst bij stil te staan. Wanneer hier tijdig op wordt ingespeeld, via een goed opgesteld financieel plan, kan een hoop zorgen en wellicht ook een hoop geld worden bespaard. 

In een volgende Kwestie gaan wij in op de eigen bijdrage voor zorg thuis en de eigen bijdrage voor een hulpmiddel of voorziening.

Nemassdeboer maakt gebruik van functionele, analytische en tracking cookies. Instellingen