Kan ik nog wel eerder met pensioen?

Het Kabinet heeft besloten dat we allemaal langer moeten werken. Wanneer we dat niet doen, zullen de AOW lasten onbetaalbaar worden. In deze kwestie gaan we in op de oorzaken, de voorstellen van het Kabinet en mogelijke oplossingen voor uw eigen situatie.

Minder werkenden en hogere lasten
Als gevolg van de vergrijzing zullen zowel de zorglasten als de pensioenlasten toenemen, terwijl de beroepsbevolking (het aantal mensen dat kan werken) krimpt. De naoorlogse babyboomgeneratie wordt nu 65 jaar. In 1957 stonden tegenover elke AOW gerechtigde ruim 6 (werkende) mensen tussen de 20 en 65. Nu is dat 1 op 4.  De vergrijzing is een internationaal probleem. Tot in China en Amerika buigen geleerden zich hierover.  In veel landen is de pensioenleeftijd verhoogd naar 67.

Langer leven kost veel geld
Sinds de invoering van de AOW, in 1957, is de levensverwachting met sprongen vooruit gegaan. Dat schept verplichtingen. Voor mannen van 65 jaar is de levensverwachting tussen 1950 en 2007 gestegen met 3,1 jaar tot 16,8 jaar. Waar in 1950 iemand van 65 gemiddeld 78,7 jaar oud werd, is dat nu 81,8 jaar. Voor vrouwen is de stijging nog groter, van 14,9 jaar naar 21,5 jaar. We worden dus met allen gemiddeld ouder, waardoor we langer gebruik maken van de AOW. Dat kost natuurlijk ook veel meer geld. 

Wat zijn nu precies de maatregelen om dit probleem aan te pakken ?    

Verhoging AOW- en pensioenleeftijd
De AOW-leeftijd stijgt ook in Nederland naar 67 jaar. Niet meteen: de komende jaren wordt de AOW-leeftijd stapsgewijs hoger. Ook de pensioenleeftijd stijgt naar 67 jaar. Dat gebeurt wel in één keer, vanaf 1 januari 2014. Beide veranderingen staan in de ‘Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd’.

Wanneer wordt de AOW-leeftijd verhoogd?
De AOW-leeftijd stijgt vanaf 1 januari 2013. Dat gebeurt in stappen. Pas in 2023 komt de AOW-leeftijd uit op 67 jaar.

De AOW-leeftijd stijgt als volgt:
• in 2013, 2014 en 2015 jaarlijks met één maand;
• in 2016, 2017 en 2018 jaarlijks met twee maanden;
• van 2019 tot en met 2023 jaarlijks met drie maanden.

In de onderstaande tabel ziet u per jaar hoe hoog de AOW-leeftijd is.



Nieuw plan voor nog snellere verhoging AOW-leeftijd na 2015
Het Kabinet wil de AOW-leeftijd na 2015 nog sneller verhogen: naar 66 jaar in 2018 en 67 in 2021. Tot en met 2015 geldt in ieder geval bovenstaand schema. Om de AOW-leeftijd te kunnen verhogen, moet de wet worden gewijzigd. Daarvoor wordt een wetsvoorstel ingediend. Hiermee moeten de Tweede en Eerste Kamer dan akkoord gaan.

Wanneer wordt de pensioenleeftijd verhoogd?
Op 1 januari 2014 stijgt de formele pensioenleeftijd binnen arbeidscontracten in één keer naar 67 jaar. Maar er verandert meer. Ook de maximale jaarlijkse pensioenopbouw wordt namelijk lager. Het blijft wel mogelijk om met pensioen te gaan vanaf 65 jaar. Maar dan mag de jaarlijkse pensioenopbouw vanaf 2014 niet hoger worden dan het nieuwe maximum, dat hoort bij een pensioenleeftijd van 65 jaar.

Wat verandert er voor de maximale jaarlijkse pensioenopbouw?
Veel mensen bouwen pensioen op via een pensioenfonds (bijv BPF Bouw, ABP,  BPF Detailhandel etc.) op basis van het gemiddelde salaris dat ze gedurende de werkzame periode verdienen. Dit wordt een middelloonregeling genoemd. Vroeger werd pensioen meestal opgebouwd op basis van het laatste (en meestal hogere) salaris. Dit heet een eindloonregeling. Hieronder ziet u de maximumpercentages volgens de nieuwe wet, waarbij de pensioenleeftijd wordt verhoogd naar 67 jaar.

Maximale pensioenopbouw bij eindloonregeling en middelloonregeling

Simpel gezegd komt het erop neer dat het bedrag dat er jaarlijks in je pensioenpot mag worden gestort, lager wordt. In de praktijk betekent dit dat mensen niet alleen op een latere leeftijd pensioen en een AOW uitkering zullen ontvangen, maar ook dat het totale pensioeninkomen minder zal worden. Daardoor zal het ook moeilijker (lees: duurder) worden om eerder met pensioen te gaan en/of eerder te stoppen met werken. 

Wat moet ik doen als ik toch eerder met pensioen wil?
Het blijft gelukkig wel mogelijk om eerder te stoppen met werken, maar dan zal je dit financiële gat zelf moeten aanvullen. Daardoor wordt advies rondom pensioen steeds belangrijker. Bent u ook niet zeker over uw financiële toekomst, laat dan tijdig uw financiële situatie in beeld brengen (hoe kom ik er straks voor te staan? ). U kunt dan nog maatregelen  nemen en een plan maken om dit tekort op te vullen en uw toekomstwensen te realiseren. Dit kan met spaargeld, met beleggingen, met vastgoed, met aanvullende pensioenregelingen en/of lijfrenteproducten. Uw onafhankelijk adviseur is hiervoor de aangewezen partij om te raadplegen.

Tot over twee weken !