10-11-2010

Lijfrentebanksparen

Bij overlijden is erfrecht leidend

Sinds een paar jaar is het opbouwen van een aanvullend ‘pensioen’ niet alleen mogelijk via een lijfrenteverzekering, maar ook via een lijfrentebankspaarrekening. Deze mogelijkheid is door de overheid in het leven geroepen om de concurrentie op dit gebied tussen banken en verzekeraars te vergroten en daarmee de kosten van dergelijke producten te verlagen. Hoewel de nieuwe bancaire regeling is gebracht als zijnde min of meer met dezelfde regels als voor de verzekerde lijfrente, zitten er in de praktijk wel degelijk verschillen tussen. Een belangrijk verschil is de regeling bij overlijden van de persoon die de lijfrenteregeling heeft afgesloten. In ons dagelijkse praktijk merken we dat dit bij veel mensen vragen oproept. In deze kwestie van geld proberen we hier wat meer duidelijkheid in te geven. In een volgende kwestie zullen we ingaan op andere verschillen, zoals de opbouw van kosten in de producten en de gevolgen van een eventueel faillissement van de verzekeraar of bank.

Niet eenvoudig
De gevolgen van overlijden bij lijfrentebanksparen zijn niet zo eenvoudig te schetsen. Bij verzekeringen bepaalt de begunstigde van de polis simpelweg aan wie de gelden na overlijden toekomen. Bij banksparen wordt dat door het erfrecht bepaald. Daarbij dienen de fiscale spelregels uit de inkomstenbelasting te worden gevolgd. Maar niet alle mogelijkheden die het (testamentaire) erfrecht biedt, passen binnen de spelregels van de inkomstenbelasting. Bovendien zijn de wettekst en de wijze waarop de regeling binnen de politiek tot stand zijn gekomen niet geheel duidelijk. Hierdoor kan op een aantal punten discussie ontstaan over de spelregels.

De opbouwfase
De periode waarin het saldo op de lijfrentespaarrekening wordt gevormd of wordt opgebouwd, wordt de opbouwfase genoemd. Als de rekeninghouder gedurende deze periode overlijdt, gaat de rekening in beginsel over naar zijn erfgenamen. Deze moeten een lijfrente (een periodieke uitkering) aankopen. Deze erfgenamen moeten zgn. natuurlijke personen zijn. Mensen van vlees en bloed dus. Goededoelenstichtingen voldoen bijvoorbeeld niet aan deze voorwaarde. Een ander voorbeeld waar het erfrecht en de fiscale spelregels afwijken, is dat de erfgenamen de lijfrentespaarrekening niet (met fiscale voordelen) anders kunnen verdelen dan in de verhouding waarin zij erfgenaam zijn.

De uitkeringsfase
Na de opbouwfase volgt de periode waar je als houder van de lijfrentespaarrekening de opgebouwde waarde wil gebruiken als aanvulling op het inkomen. Die periode wordt de uitkeringsfase genoemd. In tegenstelling tot de verzekeringsvariant kent de bankspaarvariant altijd een tevoren vastgestelde uitkeringsperiode, bijvoorbeeld (maximaal) 20 jaar vanaf het 65e jaar. Na deze periode is de pot leeg. Er kan geen zgn. ‘langlevenrisico’ worden verzekerd, wat een belangrijk verschil is met de verzekeringsvariant. Als je de maximale uitkering voor 20 jaar hebt afgesloten (dus tot het 85e jaar) en je wordt toevallig 95 dan heb je dus 10 jaar geen aanvulling uit de lijfrentepot. Overlijdt de rekeninghouder gedurende de uitkeringsperiode, dan gaan de nog resterende termijnen (in beginsel) over op zijn erfgenamen. Ook dit is een belangrijk verschil met de verzekeringsvariant. Bij de verzekering eindigt de lijfrente-uitkering bij het overlijden van de verzekerde, tenzij anders is geregeld en in de polis is vastgelegd.

Successierecht
Na overlijden worden bezittingen en schulden vastgesteld om de belasting na overlijden te kunnen berekenen, het zgn. successierecht. Voor het successierecht is de situatie wel helder. Een lijfrentespaarrekening is namelijk vrijgesteld. In de nieuwe successiewet heeft alleen de langstlevende echtgenoot/partner daar nog mee te maken.

Het is dus belangrijk om te weten dat bij banksparen het erfrecht bepaalt wie de uitkering na overlijden ontvangt: uw (testamentaire) erfgenamen. Goededoelenstichtingen zijn fiscaal niet toegestaan. Verder kunnen uw erfgenamen de lijfrentespaarrekening alleen verdelen in de verhouding waarin zij erfgenaam zijn. Indien u andere wensen hebt, moet u hiervoor een regeling treffen in uw testament. Neem dan ook bij onduidelijkheid contact op met uw onafhankelijke financiële adviseur of uw notaris.

Tot over twee weken !

Nemassdeboer maakt gebruik van functionele, analytische en tracking cookies. Instellingen